zaterdag 26 maart 2011

“De beleving voor driekwart van het publiek is gewoon weg”





Ives Mergaerts is bedrijfsleider van Kick APS, dat muziekinstrumenten verhuurt, en werkt af en toe nog als geluidsmixer voor bands of als productiemanager voor grote evenementen zoals Gent Jazz en I Love Techno. Hij maakte deel uit van een van de stuurgroepen die het wetsvoorstel voor nieuwe geluidsnormen van Joke Schauvliege konden bijsturen.

Waarom wil minister Schauvliege de geluidsnormen wettelijk regelen?
“De laatste jaren dook er een onrustwekkend aantal klachten op van jongeren met ernstige en blijvende gehoorschade. Bart Vinck, professor audiologie aan de universiteit van Gent, heeft daar dan de nodige heisa rond gemaakt, tot zelfs bij Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege. Volgens haar zijn de festivals, waar jongeren meer dan vroeger aan luide muziek worden blootgesteld, de hoofdoorzaak. Dus wou zij dat gaan reglementeren - omdat het blijkbaar nodig was maar ongetwijfeld ook omdat het mooi zou staan op haar palmares.”

En dus zocht ze eind 2009 mensen uit het veld om haar voorstellen mee uit te werken.
“Inderdaad, en ik heb ook een uitnodiging gekregen, waarschijnlijk door mijn verleden bij Live Nation en andere grote organisatoren, toen ik nog meer geluidstechniek deed. Wij waren daar origineel met heel veel volk uit de sector en werden dus verdeeld in groepen: audiologen, organisatoren, geluidstechnici...”

Sommige mensen beweren nochtans dat het voorstel komt van een minister die geen flauw idee heeft over wat ze spreekt en die de sector niet heeft geraadpleegd.
“Dat is niet waar. Ze heeft zelfs een aantal mensen op haar studiedienst waarmee ik meermaals lange gesprekken heb gehad en die weten waar ze over spreken. Uiteindelijk zijn er een vijftal samenkomsten geweest voor de zomer van 2010 en toen is het angstvallig stil geworden. Dan was er plots in december een meeting in Brussel waarbij alle spelers in het verhaal uitgenodigd waren. Daar werd officieus het eerste ontwerp van de wettekst voorgelegd, met de opmerking dat we nog konden reageren tot 11 februari waarna er met die reacties verder gewerkt zou worden.”

Dat lijkt me toch een vrij normale procedure.
“Ja, maar wat we ook constateerden op die meeting was dat er een pers-conferentie was belegd, waar wij niks van wisten. Dat was een kaakslag, zeg maar. In het verhaal zitten ook een paar mensen die politiek actief zijn, die die steekspelletjes veel beter kennen en zij waren daar niet echt over te spreken.”

Wat waren de reacties van de sector op dat eerste wetsvoorstel?
“Eén van de eerste opmerkingen was dat het ons inziens zeker niet alleen de festivals zijn die verantwoordelijk zijn voor gehoorschade bij de jeugd. Iedereen loopt tegenwoordig de hele dag met oortjes in, voor een Nintendo, een MP3-speler, een GSM... En die oortjes zijn van zodanig slechte kwaliteit dat je niet alleen alles superluid moet zetten om iets te kunnen horen maar ook dat ze schadelijk zijn op bepaalde frequenties waar jonge oren zeer gevoelig voor zijn. Het antwoord dat wij kregen, was: dat zal zeker zo zijn maar dat valt helaas niet onder onze bevoegdheid.” 

Een argument voor een nieuwe regelgeving zou het optreden van My Bloody Valentine op Pukkelpop 2009 kunnen zijn.
“Dat is zo’n mediagezeik. Wie werd daar afgeschoten? De evenementensector, die een gemakkelijke prooi is door zijn grote uitstraling. Als je daar op schiet, ga je direct veel media-aandacht krijgen. Terwijl er toen bij mijn weten niemand verplicht bij dat optreden aanwezig was. Een mens wordt geacht om ook voor zijn eigen daden in te staan.”




Er staat toch wel iets werkbaars in dat eerste wetsvoorstel?
“Qua normering is het zeker niet slecht. De plaats van de meting, die is wel hilarisch. Volgens de wet mag er overal waar publiek kan staan, gemeten worden. Het publiek moet dus in principe letterlijk vijftien centimeter van de luidsprekers kunnen staan zonder gehoorschade op te lopen. Maar in realiteit gaan we aan de toog staan om met elkaar te babbelen en aan het podium om het optreden te beleven. Als je vooraan een normering wilt van honderd dB, dan ga je achteraan niet veel meer horen. De beleving voor driekwart van het publiek is dan gewoon weg.”

Hoe zou de nieuwe wet gehandhaafd kunnen worden?
“Niet. Dat is onbegonnen werk. Er zijn momenteel drie of vier politiekorpsen in heel Vlaanderen die beschikken over een geijkte dB-meter en over iemand die weet hoe ze die moeten aan- en uitzetten. Bovendien heeft de lokale autoriteit nog altijd het laatste woord. Dus als Louis Tobback morgen zegt [vlekkeloze imitatie] ‘In mijn stad is het 95 decibel’, dan maakt het zelfs niet uit wat de wet zegt.”

woensdag 2 maart 2011

“Als het te luid is, kunnen ze altijd een rij achteruit”





Luc De Vrij (45) is uitbater van jazzclub de Singer in Rijkevorsel en woont als gepassioneerd muziekliefhebber concerten bij in allerlei verschillende genres. Hij is tegen een verstrenging van de geluidsnormen: “Dit is weer een maatregel die wordt opgelegd door een minister van Cultuur die duidelijk geen kennis van zaken heeft. Ook bij de verdeling van de subsidies lag ze met de hele culturele sector in de clinch. Uiteraard zouden vooral festivals, muziekclubs en cafés waar rock wordt gespeeld, worden getroffen door de nieuwe regelgeving. In de Singer gaan wij er niet veel last van hebben. Jazz moet niet hard gespeeld worden dus er staan voornamelijk luister-concerten op ons programma. We hebben wel pas zwaardere boxen gekocht want de vorige gaven te weinig power en volume bij onze rockconcerten. Maar we hebben dus nog niks gehoord over eventuele controles of meetapparatuur die we zouden moeten aankopen of zo. Uiteindelijk moeten mensen zichzelf maar beschermen: als het te luid is, kunnen ze altijd een rij achteruit gaan staan. Natuurlijk moet er ook niet overdreven worden, sommige bands spelen zo luid dat het gevaarlijk wordt. Afgelopen week ben ik met een vriend in Wuustwezel naar de Clement Peerens Explosition gaan kijken. Die vriend had op zijn iPod een decibelmeter en daarmee mat hij al voor het optreden, met enkel achtergrondmuziek, vijfennegentig decibel. Het is dus misschien wel goed dat er een grens is maar honderd dB is belachelijk en onrealistisch - je kan gewoon nog tegen elkaar praten bij dat volume! Sommige concerten gaan dan echt niet meer over komen. Rockoptredens vragen gewoon om decibels.”
“Mensen moeten blijkbaar tegen zichzelf beschermd worden”





Lente Geenen (21), studente Taal- en letterkunde Nederlands-Engels, woont regelmatig concerten bij maar is toch voor de nieuwe geluidsnormen: “De jeugd van tegenwoordig is het gewoon gewend dat muziekoptredens zo luid zijn. Als het dan eens minder luid staat, denkt iedereen dat er ook minder sfeer gaat zijn. Maar als de nieuwe normen worden ingevoerd, zullen jongeren die nu vijftien jaar zijn, het lagere volume ook als normaal beschouwen. En als je je kunt inleven in de muziek, gaat de beleving hetzelfde zijn. Ik ga af en toe naar optredens en ik vind het eigenlijk altijd te luid, al is dat ook wel afhankelijk van de akoestiek van de zaal: vooral optredens in jeugdhuizen en andere kleine zaaltjes gaan meestal veel te hard, dat is er soms echt over. De dag na een concert heb ik vaak last van oorsuizingen. Blijkbaar bieden mijn oordopjes ook niet voldoende bescherming. Ik vind het niet leuk om die in te doen maar heb ze wel altijd bij me. Dat komt doordat ik op internet de afscheidsbrief heb gelezen van Dietrich Hectors, die zelfmoord pleegde omdat hij last had van oorsuizingen. Daar was ik erg van onder de indruk. Vrienden en vriendinnen met wie ik naar optredens ga kijken, ‘vergeten’ hun oordoppen meestal. Zij maken zich totaal geen zorgen over eventuele gehoorschade. En het is al aangetoond dat mensen nu veel minder goed horen dan vroeger, omdat hun oren continu worden blootgesteld aan allerlei soorten lawaai en vooral aan luide muziek - niet alleen bij concerten maar ook van MP3-spelers en iPods. Mensen moeten blijkbaar tegen zichzelf in bescherming worden genomen en daarom ben ik voor het voorstel van minister Schauvliege om het maximum volume te verlagen. Het is trouwens belachelijk dat mensen niet mogen roken in een concertzaal maar wel naar te luide muziek kunnen luisteren - dat is toch even schadelijk? Misschien is het dan toch beter om gewoon alles wat zachter te zetten.”